Aantekeningen bij de Bijbel: Hosea 4:18

Hosea 4:18

SV	Hunlieder zuiperij is afvallig; zij doen niet dan hoereren; hun schilden (het is een schande!) beminnen [het woord]: Geeft.
WLC	סָ֖ר סָבְאָ֑ם הַזְנֵ֣ה הִזְנ֔וּ אָהֲב֥וּ הֵב֛וּ קָלֹ֖ון מָגִנֶּֽיהָ׃
Trans.	sār sāḇə’ām hazənēh hizənû ’âăḇû hēḇû qālwōn māḡinneyhā:

Algemeen

Zie ook: Schild

Hunlieder zuiperij is afvallig; zij doen niet dan hoereren; hun schilden (het is een schande!) beminnen [het woord]: Geeft.

Hunlieder zuiperij is afvallig, Hun dronkenschap, zuippartijen zijn afkeurenswaardig (cf. vs. 11).
niet dan hoereren, Of "zij hoereren alleen maar".
hun schilden (het is een schande!) beminnen [het woord]: Geeft, Of "they dearly love their shameful behavior" (NETBible), "zie hun hartstocht branden, hun vorsten zijn dol op schande" (NBV, NBV21), "minnend minnen zij schande en niet hun schilden" (Naardense Bijbel), "hun schilden hebben schande lief" (J. Ridderbos, p. 63).

hun schilden, Lett. "haar schilden". Onduidelijk wat hier wordt bedoeld, mogelijk een verwijzing naar de regeerders (Kanttekeningen; → Vertaalnotities) van Efraïm (J. Ridderbos, p. 65).

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

סָ֖ר

is afvallig

סָבְאָ֑ם

hunlieder zuiperij

הַזְנֵ֣ה

hoererende

הִזְנ֔וּ

hoereren

אָהֲב֥וּ

zij beminnen

הֵב֛וּ

minnend

קָל֖וֹן

een schande

מָגִנֶּֽיהָ

hun schilden

Hunlieder zuiperij is afvallig; zij doen niet dan hoereren; hun schilden (het is een schande!) beminnen [het woord]: Geeft.

סֹבֶא ^H5435 "drank, goede wijn" (Jes. 1:22), "veel drinken" (Deut. 21:20; Hos. 4:18; Nah. 1:10 †);
הַזְנֵ֣ה הִזְנ֔וּ ^H2181 Lett. "hoererende hoereren";
אָהֲב֥וּ הֵב֛וּ niet geheel duidelijk 1) waarbij men beide woorden wil afleiden van אָהַב ^H157 "minnende minnen" (cf. NBV, NBV21, Naardense Bijbel); 2) waarbij men het wil afleiden van אָהַב ^H157 en הַבְ ^H1890 (of יָהַב ^H3051; cf. Hos. 8:13) "houden van, geef" (SV, HSV).
מָגֵן ^H4043 "schild", מָגִנֶּֽיהָ lett. "haar schilden"; Onduidelijk wat hier wordt bedoeld. 1) קָלֹ֖ון מָגִנֶּֽיהָ de schande van hun vorsten, leiders (cf. Ps. 47:10; HSV, Constable's Notes, Hos. 4:18); 2) קְלוֹן גַּנֵּיהֶם de schande van hun tuinen (= afgoderij); 3) קָלוֹן מִגְּאוֹנָם de schande boven hun heerlijkheid.

____

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!